ADVANTAGE 40 VOOR HONDEN

Land: Nederland

Taal: Nederlands

Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)

Werkstoffen:

IMIDACLOPRID

Beschikbaar vanaf:

Elanco Animal Health GmbH

ATC-code:

QP53AX17

INN (Algemene Internationale Benaming):

IMIDACLOPRID

farmaceutische vorm:

Spot-on oplossing

Samenstelling:

IMIDACLOPRID 100 mg/ml,

Toedieningsweg:

Cutaan gebruik

Prescription-type:

Vrij verkrijgbaar zonder recept

Therapeutische categorie:

Honden

Therapeutisch gebied:

Imidacloprid

Autorisatie-status:

AT/V/0020/001

Autorisatie datum:

1997-10-07

Productkenmerken

BD/2024/REG NL 9211/zaak 1055252
1 / 20
BIJLAGE I
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BD/2024/REG NL 9211/zaak 1055252
2 / 20
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
ADVANTAGE 40mg voor honden
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
WERKZAAM BESTANDDEEL:
Imidacloprid
40 mg/pipet (0,4 ml van een 10% oplossing)
HULPSTOFFEN:
Butylhydroxytolueen (E321)
0,4 mg/pipet
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Spot-on oplossing.
Helder gele tot lichtbruine oplossing.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
DOELDIERSOORT
Hond
4.2
INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT
Voor de preventie en de behandeling van vlooien
en voor de behandeling van bijtende luizen
(
_Trichodectes canis_
)
_ _
bij honden van minder dan 4 kg.
Voor honden van 4 kg lichaamsgewicht en meer, gebruik het geschikte
Advantage
®
voor honden
diergeneesmiddel (zie rubriek 4.9).
Op de hond aanwezige vlooien worden gedood binnen één dag na de
toediening. Een éénmalige
behandeling beschermt tegen een verdere vlooienbesmetting gedurende 4
weken.
Het diergeneesmiddel kan gebruikt worden als onderdeel van een
behandelingsstrategie voor de controle
van vlooienallergiedermatitis (VAD), waar deze diagnose vooraf werd
gesteld door een dierenarts.
4.3.
CONTRA-INDICATIES
Niet gespeende pups van minder dan 8 weken oud niet behandelen.
Niet gebruiken bij dieren met bekende overgevoeligheid voor het
werkzame bestanddeel of één van de
hulpstoffen.
4.4
SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET
DIERGENEESMIDDEL BESTEMD
IS
Geen.
4.5
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Dit diergeneesmiddel is voor uitwendig gebruik en mag niet oraal
toegediend worden.
BD/2024/REG NL 9211/zaak 1055252
3 / 20
Men dient erop toe te zien dat de inhoud van de pipet niet in contact
komt met de ogen of mond van
het te behandelen dier.
Laat recent behandelde dieren elkaar niet aflikken.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het
geneesmiddel aan de dier