Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
BIVALIRUDINE X-TRIFLUORACETAAT SAMENSTELLING overeenkomend met ; ; BIVALIRUDINE 250 mg/flacon
ADOH B.V. Godfried Bomansstraat 31 6543 JA NIJMEGEN
BIVALIRUDINE X-TRIFLUORACETAAT SAMENSTELLING overeenkomend met ; ; BIVALIRUDINE 250 mg/flacon
Poeder voor concentraat voor oplossing voor injectie / infusie
MANNITOL (D-) (E 421) ; NATRIUMHYDROXIDE (E 524) ; STIKSTOF (HEAD SPACE) (E 941)
Intraveneus gebruik
2020-04-14
1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER BIVALIRUDINE ADOH 250 MG POEDER VOOR CONCENTRAAT VOOR OPLOSSING VOOR INJECTIE/INFUSIE bivalirudine LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Bivalirudine ADOH en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS BIVALIRUDINE ADOH EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Dit middel bevat een stof die bivalirudine heet; dit is een antitrombotisch geneesmiddel. Antitrombotische middelen zijn geneesmiddelen die zorgen dat er geen bloedpropjes/bloedstolsels (trombose) worden gevormd. Dit middel wordt gebruikt voor de behandeling van patiënten: met pijn op de borst door een hartziekte (acuut coronair syndroom – ACS, een groep aandoeningen waar de hartaandoeningen hartaanval (hartinfarct) en een pijnlijk en drukkend gevoel op de borst (angina pectoris) bij horen) die worden geopereerd om verstoppingen van de bloedvaten te behandelen (angioplastiek en/of percutane coronaire interventie – PCI). 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? - U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. Of u bent allergisch voor hirudines (andere bloedverdunners). - U heeft of heeft kort geleden last gehad van een bloeding in uw maag, darmen, blaas of andere organen, bijvoorbeeld als u bloed heeft gezien in uw ontlasting of urine (behalve als u onges Lees het volledige document
1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Bivalirudine ADOH 250 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor injectie/infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke injectieflacon bevat 250 mg bivalirudine. Na reconstitutie bevat 1 ml 50 mg bivalirudine. Na verdunning bevat 1 ml 5 mg bivalirudine. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Poeder voor concentraat voor oplossing voor injectie/infusie (poeder voor concentraat). Wit tot gebroken wit gevriesdroogd poeder. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Bivalirudine ADOH is geïndiceerd voor gebruik als een anticoagulans bij volwassen patiënten die een percutane coronaire interventie (PCI) ondergaan, inclusief patiënten met een ST- elevatiemyocardinfarct (STEMI) die primaire PCI ondergaan. Bivalirudine ADOH is ook geïndiceerd voor gebruik voor de behandeling van volwassen patiënten met instabiele angina pectoris of niet-ST-elevatiemyocardinfarct (IA of NSTEMI) gepland voor dringende of vervroegde interventie. Bivalirudine ADOH dient met acetylsalicylzuur en clopidogrel toegediend te worden. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Bivalirudine ADOH moet door een arts, gespecialiseerd in acute coronaire zorg of in coronaire interventies, toegediend worden. Dosering _Patiënten die een PCI ondergaan, inclusief patiënten met ST-elevatiemyocardinfarct (STEMI) die _ _primaire PCI ondergaan _ De aanbevolen dosering van bivalirudine bij patiënten die PCI ondergaan, is een intraveneuze bolus van 0,75 mg/kg lichaamsgewicht, onmiddellijk gevolgd door een intraveneuze infusie met een snelheid van 1,75 mg/kg lichaamsgewicht/uur gedurende op zijn minst de duur van de ingreep. De infusie van 1,75 mg/kg lichaamsgewicht/uur mag tot maximaal 4 uur na de PCI worden gegeven en met een gereduceerde dosis van 0,25 mg/kg lichaamsgewicht/uur voor een additionele 4 – 12 uur, indien dit klinisch noodzakelijk is. Bij STEMI-patiënten moet de infusie tot maximaal 4 uur na de PCI 2 worden gege Lees het volledige document