Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
BUTORPHANOLI TARTRAS (LN); BUTORFANOL
VetViva Richter GmbH
QN02AF01
BUTORPHANOLI TARTRAS (LN); BUTORFANOL
Oplossing voor injectie
BUTORPHANOLI TARTRAS (LN) 14,58 mg/ml; BUTORFANOL 10 mg/ml,
Intraveneus gebruik, Intramusculair gebruik, Subcutaan gebruik
Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken
Honden; Katten; Paarden
Butorphanol
Wachttermijn: Paarden Melk 0 uur; Paarden Vlees 0 dagen
AT/V/0005/001
2010-11-24
BD/2023/REG NL 107026/zaak 1017628 1 / 22 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2023/REG NL 107026/zaak 1017628 2 / 22 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Butomidor 10 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: WERKZAAM BESTANDDEEL: Butorfanol 10 mg (als butorfanol tartraat 14,58 mg) HULPSTOF: Benzethoniumchloride 0,1 mg Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie Heldere, kleurloze tot bijna kleurloze oplossing 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORT Paard, hond, kat. 4.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT(EN) PAARD ALS ANALGETICUM Voor kortdurende verlichting van pijn, zoals koliek van gastrointestinale oorsprong. ALS SEDATIVUM EN PRE-ANESTHETICUM In combinatie met 2 -adrenoceptor agonisten (detomidine, romifidine, xylazine): Voor therapeutische en diagnostische procedures zoals kleine chirurgische ingrepen bij het staande dier of sedatie van onhandelbare patiënten. HOND/KAT ALS ANALGETICUM Voor verlichting van matige viscerale pijn, bijvoorbeeld pre- en post-operatieve of post-traumatische pijn. ALS SEDATIVUM In combinatie met 2 -adrenoceptor agonisten (medetomidine). BD/2023/REG NL 107026/zaak 1017628 3 / 22 ALS PRE-ANESTHETICUM Onderdeel van een anesthetisch regime (medetomidine, ketamine). 4.3 CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Niet gebruiken bij dieren met een ernstige lever- of nieraandoening, in het geval van cerebrale schade of organische hersenlesies en in dieren met obstructieve respiratoire aandoeningen, hartaandoeningen of spastische aandoeningen. Voor gebruik in combinatie met 2 -agonisten bij paarden: Niet gebruiken bij paarden met een al aanwezige cardiale dysritmie of bradycardie. De combinatie veroorzaakt een afname van de maagdarmmotiliteit en dient derhalve niet gebruikt te worden bij koliek veroorzaakt door impactie. De combinatie Lees het volledige document