Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
IJZER DERISOMALTOSE SAMENSTELLING overeenkomend met ; ; IJZER (FE3+) 50 mg/ml
Pharmacosmos A/S Roervangsvej 30 DK-4300 HOLBAEK (DENEMARKEN)
B03AC
IJZER DERISOMALTOSE SAMENSTELLING overeenkomend met ; ; IJZER (FE3+) 50 mg/ml
Oplossing voor injectie
NATRIUMCHLORIDE ; NATRIUMHYDROXIDE (E 524) ; STIKSTOF (HEAD SPACE) (E 941) ; WATER VOOR INJECTIE ; ZOUTZUUR (E 507),
Intraveneus gebruik
Iron parenteral preparations
Hulpstoffen: NATRIUMCHLORIDE; NATRIUMHYDROXIDE (E 524); STIKSTOF (HEAD SPACE) (E 941); WATER VOOR INJECTIE; ZOUTZUUR (E 507);
2014-04-01
1 _Version 4, 02/2016 _ BIJSLUITER 2 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER DIAFER ® 50 MG/ML OPLOSSING VOOR INJECTIE IJzer LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN, WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Diafer en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe wordt dit middel toegediend? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie. 1. WAT IS DIAFER EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Diafer bevat een combinatie van ijzer en derisomaltose (een keten van suikermoleculen). Het soort ijzer in dit middel is gelijk aan dat wat op natuurlijke wijze in het lichaam voorkomt. Dit middel wordt toegepast bij een laag ijzergehalte (ook wel ijzerdeficiëntie genoemd) als u een chronische nierziekte heeft en gedialyseerd wordt indien oraal ijzer niet gebruikt kan worden. Dit middel wordt gebruikt voor het aanvullen en op peil houden van de ijzervoorraden in het lichaam door herhaalde toediening. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET TOEGEDIEND KRIJGEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN? • als u bloedarmoede heeft die niet veroorzaakt wordt door een te lage ijzerspiegel (deficiëntie), zoals “hemolytische” anemie • als u een teveel aan ijzer heeft (stapeling) of stoornissen in het ijzergebruik door uw lichaam • als u allergisch (overgevoelig) bent voor het product of een ander bestanddeel van dit medicijn (deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6) • als u ernstige allergische (overgevoeligheids-) reacties heeft gehad op andere injecteerbare ijzerpreparaten • als u een a Lees het volledige document
1 _Version 4, 02/2016 _ SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Diafer 50 mg/ml oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een milliliter oplossing bevat 50 mg ijzer als ijzer(III)derisomaltose. Een 2 ml ampul bevat 100 mg ijzer als ijzer(III)derisomaltose. Een ml oplossing bevat tot 4,6 mg (0,2mmol) natrium, zie rubriek 4.4 Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie. Donkerbruine, niet doorzichtige vloeistof met een pH van 5,0-7,0 en een osmolariteit van ongeveer 400 mOsm/l. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Diafer is geïndiceerd voor gebruik bij volwassenen voor de behandeling van ijzergebrek bij patiënten die gedialyseerd worden vanwege chronische nierziekte als orale ijzerpreparaten niet effectief zijn of niet gebruikt kunnen worden. De diagnose ijzergebrek moet gebaseerd zijn op daarvoor geschikte laboratoriumtests (bijvoorbeeld serumferritine, serumijzer, transferrineverzadiging of hypochrome rode bloedcellen). 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Dosering Diafer kan worden toegediend in een dosering tot 200 mg met een maximum van 1000 mg per week. Indien doses hoger dan 200 mg nodig zijn, dienen er andere middelen bedoeld voor intraveneus gebruik te worden toegepast. De ijzerdosis moet per persoon worden vastgesteld, gebaseerd op de klinische respons op de behandeling, inclusief de evaluatie van het hemoglobine, het ferritine, de transferrineverzadiging, gelijktijdige behandeling met een erytropoëse-stimulerend middel (ESM) en de bij de behandeling met het ESM gebruikte dosering. Het einddoel van de behandeling varieert van patiënt tot patiënt en kan afhangen van plaatselijke richtlijnen. Behandeling met intraveneus ijzer als onderhoudstherapie kan in de vorm van lage doses die met regelmatige intervallen worden gegeven, zodanig dat de uitkomsten van de tests op de ijzerstatus gestabiliseerd zijn binnen gespecificeerde grenzen. Dit om te voorkomen dat er ijzergebrek Lees het volledige document