Land: België
Taal: Nederlands
Bron: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)
Sulfadiazine 200 mg/ml; Trimethoprim 40 mg/ml
Dechra Regulatory B.V.
QJ01EW10
Sulfadiazine; Trimethoprim
200 mg/ml - 40 mg/ml
Oplossing voor injectie
Sulfadiazine 200 mg/ml; Trimethoprim 40 mg/ml
Intramusculair gebruik; Intraveneus gebruik; Subcutaan gebruik
rund; varken; hond; kat
Sulfadiazine and Trimethoprim
CTI-code: 526693-01 - De grootte van de verpakking: 50 ml - Commercialisering status: NO - Levering wijze: Medisch voorschrift; CTI-code: 526693-02 - De grootte van de verpakking: 100 ml - Commercialisering status: YES - CNK-code: 3748837 - Levering wijze: Medisch voorschrift
Gecommercialiseerd: Ja
2018-03-14
Bijsluiter – NL Versie DIATRIM BIJSLUITER DIATRIM 200 MG/ML + 40 MG/ML OPLOSSING VOOR INJECTIE 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Dechra Regulatory BV Handelsweg 25 5531 AE Bladel Nederland Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte: Eurovet Animal Health BV Handelsweg 25 5531 AE Bladel Nederland 2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL Diatrim 200 mg/ml + 40 mg/ml oplossing voor injectie Sulfadiazine / Trimethoprim 3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E)> EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)> Per ml: Werkzame bestanddelen: Sulfadiazine 200 mg Trimethoprim 40 mg Oplossing voor injectie. Heldere, groengele tot bruingele oplossing, nagenoeg deeltjesvrij. 4. INDICATIE(S) Behandeling van infecties veroorzaakt door of geassocieerd met organismen die gevoelig zijn voor de combinatie trimethoprim-sulfadiazine. 5. CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of één van de hulpstoffen. Niet gebruiken bij dieren die lijden aan een ernstige lever- of nierinsufficiëntie of aan bloeddyscrasie. Niet gebruiken in geval van verminderde wateropname of verlies van lichaamsvocht. 6. BIJWERKINGEN Anafylactische shock (potentieel fataal) wordt zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren) waargenomen na de toediening van gepotentieerde sulfonamidebereidingen, meestal na een intraveneuze injectie. Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen. Bijsluiter – NL Versie DIATRIM 7. DOELDIERSOORTEN Rund, varken, hond en kat. 8. DOSERING VOOR ELKE DOELDIERSOORT, TOEDIENINGSWEG(EN) EN WIJZE VAN GEBRUIK Voor intramusculaire, intraveneuze of subcutane gebruik. Teneinde een juiste dosering te berekenen, dient het lichaamsgewicht zo nauwkeurig mogelijk te worden bepaald. Rund Lees het volledige document
SKP – NL Versie DIATRIM SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Diatrim 200 mg/ml + 40 mg/ml oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: Werkzame bestanddelen: Sulfadiazine 200 mg Trimethoprim 40 mg Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie. Heldere, groengele tot bruingele oplossing, nagenoeg deeltjesvrij. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORTEN Rund, varken, hond en kat. 4.2 INDICATIE(S) VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT(EN) Behandeling van infecties veroorzaakt door of geassocieerd met organismen die gevoelig zijn voor de combinatie trimethoprim-sulfadiazine. 4.3 CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of één van de hulpstoffen. Niet gebruiken bij dieren die lijden aan een ernstige lever- of nierinsufficiëntie of aan bloeddyscrasie. Niet gebruiken in geval van verminderde wateropname of verlies van lichaamsvocht. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Geen. 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren Het gebruik van het diergeneesmiddel dient plaats te vinden op grond van gevoeligheidstesten van uit het dier geïsoleerde bacteriën. Als dit niet mogelijk is, dient de behandeling gebaseerd te zijn op lokale (regionaal/bedrijfsniveau) epidemiologische informatie over de gevoeligheid van de betreffende bacteriën. Wanneer het diergeneesmiddel anders wordt gebruikt dan aangegeven in de SPC kan dit het aantal bacteriën dat resistent is tegen het diergeneesmiddel verhogen en de effectiviteit van behandeling met andere klasse van antimicrobiële middelen verminderen vanwege de mogelijkheid van kruisresistentie.Wanneer het diergeneesmiddel wordt gebruikt dient rekening gehouden te worden met het officiële en nationale beleid ten aanzien van antimicrobiële middelen. SKP – NL Versie DIATRIM Voor intraveneuze toediening Lees het volledige document