Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
ACETYLCYSTEÏNE
CP-Pharma Handelsgesellschaft mbH
QR05CB01
Acetyl cysteine
Poeder voor oraal gebruik
Oraal gebruik
Vrij verkrijgbaar zonder recept
Paarden
Acetylcysteine
Wachttermijn: Paarden Vlees 0 dagen
DE/V/0108/001
2004-09-03
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Equimucin 2g, poeder voor oraal gebruik voor paarden 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 sachet van 6 g oraal poeder bevat: WERKZAAM BESTANDDEEL: Acetylcysteïne 2000 mg Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Wit tot lichtgeel poeder voor oraal gebruik. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORT Paard. 4.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT Vermindering van de viscositeit van de tracheabronchiale secretie, voor de ondersteunende mucolytische behandeling van chronische bronchopulmonaire aandoeningen die gepaard gaan met een abnormale secretie en mucostase bij paarden. 4.3 CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor acetylcysteïne. Zie ook sectie 4.8. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Geen 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK BIJ DIEREN Het product dient niet te worden toegediend aan paarden waarvan wordt vermoed dat ze lijden aan een maagzweer. Aangezien acetylcysteïne gemetaboliseerd wordt tot zwavelbevattende producten, dient het met voorzichtigheid te worden gebruikt in paarden die lijden aan een leverziekte. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN TE NEMEN DOOR DEGENE DIE HET GENEESMIDDEL AAN DE DIEREN TOEDIENT Personen dienen handschoenen te dragen tijdens de toediening. 4.6 BIJWERKINGEN (FREQUENTIE EN ERNST) Overgevoeligheid voor acetylcysteïne kan optreden. Indien bijwerkingen optreden, moet het gebruik van het product worden gestaakt en dient de behandeling symptomatisch te zijn. 4.7 GEBRUIK TIJDENS DRACHT, LACTATIE OF LEG Laboratoriumstudies met ratten en konijnen hebben geen bewijs voor een teratogeen effect aangetoond. De veiligheid van het product is niet vastgesteld tijdens de dracht en lactatie. Het dient alleen gebruikt te worden na een “Risk/Benefit” analyse door de verantwoordelijke dierenarts. 4.8 INTERACTIES MET ANDERE GENE Lees het volledige document