Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
PAROMOMYCINESULFAAT
CEVA Sante Animale B.V.
QA07AA06
PAROMOMYCINESULFAAT
Vloeistof voor oraal gebruik
PAROMOMYCINESULFAAT 140 mg/ml,
Oraal gebruik
Uitsluitend door dierenartsen te gebruiken
Kalveren; Varkens
Paromomycin
Wachttermijn: Kalveren Vlees 20 dagen; Varkens Vlees 3 dagen
FR/V/0317/001
2018-03-12
BD/2022/REG NL 120633/zaak 965917 1 / 22 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2022/REG NL 120633/zaak 965917 2 / 22 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL GABBROVET 140 mg/ml oplossing voor gebruik in drinkwater, melk, of kunstmelk voor niet- herkauwende kalveren en varkens 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: WERKZAAM BESTANDDEEL: Paromomycine (als sulfaat) 140 mg (overeenkomend met 140 000 I.E. paromomycine activiteit) (overeenkomend met ongeveer 200 mg paromomycine sulfaat) HULPSTOFFEN: Benzyl alcohol (E1519) 7,5 mg Natriummetabisulfiet (E223) 3,0 mg Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor gebruik in drinkwater, melk of kunstmelk Lichtgeel tot gele oplossing. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORTEN Rund (niet-herkauwende kalveren), varken 4.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORTEN Behandeling van gastro-intestinale infecties veroorzaakt door _Escherichia coli_ , gevoelig voor paromomycine. 4.3 CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor paromomycine, andere aminoglycosiden of één van de hulpstoffen. Niet gebruiken in geval van verminderde functie van de nieren of de lever. Niet gebruiken bij herkauwende dieren. Niet gebruiken bij kalkoenen vanwege het risico op selectieve antibiotica resistentie in de darmflora. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Geen. BD/2022/REG NL 120633/zaak 965917 3 / 22 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren De opname van medicatie door dieren kan verminderd zijn als gevolg van ziekte. Bij onvoldoende opname van water/melk, moeten de dieren volgens de aanbevelingen van de dierenarts parenteraal met behulp van een passend injecteerbaar diergeneesmiddel behandeld worden. Het gebruik van het diergeneesmiddel moet gecombineerd worden met goede managementpraktijken, zoals goede hygiëne, geschikte ventilatie, geen overbezetting. Aangezien het diergeneesmidde Lees het volledige document