Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
GELATINE, GEMODIFICEERD, GESUCCINYLEERD (MOLECUULGEWICHT ONBEKEND) 40 g/l ; NATRIUMCHLORIDE 7,01 g/l ; SAMENSTELLING overeenkomend met CHLORIDE (CL-) 120 mmol/l ; NATRIUM (NA+) 154 mmol/l
B. Braun Melsungen AG (Melsungen) Carl-Braun-Strasse 1 34212 MELSUNGEN (DUITSLAND)
B05AA06
GELATINE, GEMODIFICEERD, GESUCCINYLEERD (MOLECUULGEWICHT ONBEKEND) 40 g/l ; NATRIUMCHLORIDE 7,01 g/l ; SAMENSTELLING overeenkomend met CHLORIDE (CL-) 120 mmol/l ; NATRIUM (NA+) 154 mmol/l
Oplossing voor infusie
WATER, GEZUIVERD,
Intraveneus gebruik
Gelatin Agents
Hulpstoffen: WATER, GEZUIVERD;
1900-01-01
1 BIJSLUITER 2 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER GELOFUSINE, OPLOSSING VOOR INTRAVENEUZE INFUSIE 40 G/L gesuccinyleerde (gemodificeerde vloeibare) gelatine LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT MEDICIJN GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. - Geef dit medicijn niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Gelofusine en waarvoor wordt dit medicijn gebruikt? 2. Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit medicijn? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit medicijn? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS GELOFUSINE EN WAARVOOR WORDT DIT MEDICIJN GEBRUIKT? Gelofusine is een zogenaamde plasmavolumevervanger. Dit wil zeggen dat het vloeistof vervangt die uit de bloedsomloop verloren is gegaan. Gelofusine wordt gebruikt om: - Bloed en lichaamsvocht te vervangen, die verloren zijn gegaan na bijvoorbeeld een operatie, een ongeval of een brandwond. Het kan worden gecombineerd met bloedtransfusies, indien dat nodig is. - Een lage bloeddruk (hypotensie) te voorkomen. Een lage bloeddruk kan voorkomen wanneer u een spinale of epidurale verdoving (ruggenprik) krijgt, of als gevolg van dreigend hevig bloedverlies tijdens een operatie. - Het circulerende bloedvolume aan te vullen tijdens het gebruik van bijvoorbeeld een hart-longmachine in combinatie met andere vloeistoffen voor infusie. 2. WANNEER MAG U DIT MEDICIJN NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? WANNEER MAG U DIT MEDICIJN NIET GEBRUIKEN? • U bent allergisch v Lees het volledige document
1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2 1. N AAM VAN HET GENEESMIDDEL Gelofusine, oplossing voor intraveneuze infusie 40 g/l 2. K WALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml Gelofusine bevat: Gesuccinyleerde gelatine (= gemodificeerde vloeibare gelatine) (Molecuulgewicht, gewichtsgemiddelde: 26.500 dalton) 40,0 g Natriumchloride 7,0 g _ _ _Elektrolytengehalte:_ Natrium 154 mmol Chloride 120 mmol Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1 3. F ARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie. Een heldere, kleurloze of lichtgele waterige oplossing. _Fysisch-chemische eigenschappen:_ pH 7,4 0,3 Osmolariteit 274 mOsmol/l 4. K LINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Gelofusine is een colloïdale plasmavolumevervanger voor: - behandeling van relatieve of absolute hypovolemie en shock - profylaxe van hypotensie - veroorzaakt door relatieve hypovolemie tijdens inductie van epidurale of spinale anesthesie - als gevolg van dreigend significant bloedverlies tijdens een chirurgische ingreep; - procedures met extracorporale circulatie als onderdeel van primevloeistof in combinatie met kristalloïde oplossingen (bijvoorbeeld hart-longmachine). 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Zoals bij alle colloïden mag Gelofusine alleen worden gebruikt indien hypovolemie niet voldoende kan worden behandeld met kristalloïden alleen. Bij ernstige hypovolemie worden colloïden meestal toegepast in combinatie met kristalloïden. Overvulling door een overdosis of te snelle infusie moet altijd worden vermeden. De dosering moet zorgvuldig worden aangepast, in het bijzonder bij patiënten met longproblemen of cardiocirculatoire problemen. Dosering 3 Dosering en infusiesnelheid worden aangepast naargelang de hoeveelheid bloedverlies en individuele behoeften voor respectievelijk herstel en handhaving van een stabiele hemodynamische situatie. De toegediende dosis is in eerste instantie gemiddeld 500 tot 1000 ml; in geval van ernstig bloedverlies kunnen hogere doses worden toegepast. _Volwassenen _ Bij volwassenen wordt Lees het volledige document