Glucose 10 % Kabipac Fresenius Kabi inf. opl. i.v. flac.

Land: België

Taal: Nederlands

Bron: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)

Koop het nu

Bijsluiter Bijsluiter (PIL)
01-07-2022
Productkenmerken Productkenmerken (SPC)
01-07-2022

Werkstoffen:

Glucosemonohydraat 110 mg/ml - Eq. Watervrij Glucose 100 g/l

Beschikbaar vanaf:

Fresenius Kabi SA-NV

ATC-code:

B05BB01

INN (Algemene Internationale Benaming):

Glucose Monohydrate

farmaceutische vorm:

Oplossing voor infusie

Samenstelling:

Glucosemonohydraat 110 mg/ml

Toedieningsweg:

Intraveneus gebruik

Therapeutisch gebied:

Electrolytes

Product samenvatting:

CTI-code: 139946-01 - De grootte van de verpakking: 1000 ml - Commercialisering status: NO - Levering wijze: Vrije aflevering; CTI-code: 139946-02 - De grootte van de verpakking: 10 x 1000 ml - Commercialisering status: NO - Levering wijze: Vrije aflevering

Autorisatie-status:

Gecommercialiseerd: Nee

Autorisatie datum:

1988-01-20

Bijsluiter

                                BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS
GLUCOSE 10% KABIPAC OPLOSSING VOOR INFUSIE
LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN
WANT ER STAAT
BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U
- Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.
- Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
- Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of
krijgt u een bijwerking die niet
in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of
apotheker.
INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER
1. Wat is glucose 10% Kabipac en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra
voorzichtig mee zijn?
3. Hoe gebruikt u dit middel?
4. Mogelijke bijwerkingen
5. Hoe bewaart u dit middel?
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. . WAT IS GLUCOSE 10% KABIPAC EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT
Glucose 10% KabiPac is een oplossing voor directe toediening in een
ader.
Deze oplossing kan aangewend worden bij voeding langs een ader
(parenterale voeding), vooral als er
een grote behoefte aan energie (calorieën) bestaat in een zo klein
mogelijk volume, zoals bij
onvoldoende werking van de nieren (nierinsufficiëntie) en een teveel
aan kalium (hyperkaliëmie).
Een te laag bloedsuiker gehalte (hypoglycemie)
Als oplosmiddel (drageroplossing) bij toediening van zouten
(elektrolyten) en geneesmiddelen
2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA
VOORZICHTIG MEE ZIJN?
WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel
zitten. Deze stoffen kunt u
vinden onder punt 6.
wanneer u last heeft of gehad heeft van:
-
Een te hoog bloedsuiker gehalte (hyperglycemie) en bepaalde niet
gecontroleerde suikerziekten
(diabets insipidus)
-
Hersenbloedingen (Intracraniale of intraspinale bloedingen)
-
Verwarring door alcoholvergiftiging (delirum tremens)
-
Een te veel aan vocht (hyperhydratatie)
-
Een verlaagde bloeddruk door te weinig vocht (hypotone dehydratatie)
WANNEER MOET U 
                                
                                Lees het volledige document
                                
                            

Productkenmerken

                                1.
N
AAM
VAN
HET
GENEESMIDDEL
Glucose 10% KabiPac oplossing voor infusie
2.
K
WALITATIEVE
EN
KWANTITATIEVE
SAMENSTELLING
Bevat per 1000 ml:
Glucose monohydraat
110 g
Overeenkomend met Glucose (anhydrisch)
100 g
Osmolaliteit
628 mOsm/kg (592-663)
Energie waarde
170kJ(400 kcal)/l
pH
3,5 – 6,5
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
F
ARMACEUTISCHE
VORM
Oplossing voor infusie
4.
K
LINISCHE
GEGEVENS
4.1. THERAPEUTISCHE INDICATIES
Glucose is snel beschikbaar als energiebron en kan aangewend worden in
de parenterale voeding.
-
De hypertone glucose infusieoplossingen zijn geïndiceerd als er een
grote behoefte aan
kalorieën bestaat in een zo klein mogelijk volume, zoals dit het
geval is bij renale insufficiëntie en
hyperkaliëmie.
-
Partiële parenterale voeding
-
Hypoglycemie
-
Drageroplossing voor electrolyten- en geneesmiddelentoevoer
4.2. DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING
Dosering
De posologie is afhankelijk van de toestand van de patiënt en moet
individueel aangepast worden
volgens dokteradvies.
Wijze van toediening
De maximum infuussnelheid bedraagt 2ml per minuut.
Vloeistofbalans, serumglucose, serumnatrium en andere elektrolyten
moeten wellicht worden
gecontroleerd voor en tijdens toediening, met name bij patiënten met
een verhoogde niet-osmotische
afgifte van vasopressine (antidiuretisch
hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom, SIADH) en bij
patiënten die gelijktijdig worden behandeld met
vasopressine-agonisten vanwege het risico op
hyponatriëmie.
Controle van serumnatrium is vooral belangrijk voor producten met een
lagere natrium concentratie
in vergelijking met de serumnatrium concentratie. Dit middel kan
uitermate hypotoon worden na
toediening als gevolg van metabolisering van glucose in het lichaam
(zie rubrieken 4.4, 4.5 en 4.8).
Page
1
of
5
NOTBE328D
4.3. CONTRA-INDICATIES
-
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek
6.1 vermelde
hulpstoffen.
-
Intracraniale of intraspinale bloedingen,
-
delirium tremens
-
Hyperhydratatie
-
Hypotone dehydratatie
-
Hypergl
                                
                                Lees het volledige document
                                
                            

Documenten in andere talen

Bijsluiter Bijsluiter Duits 01-07-2022
Bijsluiter Bijsluiter Frans 01-07-2022
Productkenmerken Productkenmerken Frans 01-07-2022