Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
GLUCOSE 1-WATER 36,3 g/l SAMENSTELLING overeenkomend met ; GLUCOSE 0-WATER 33 g/l ; NATRIUMCHLORIDE 3 g/l ; SAMENSTELLING overeenkomend met NATRIUM (NA+) 51 mmol/l
Baxter B.V. Kobaltweg 49 3542 CE UTRECHT
B05BB02
GLUCOSE 1-WATER 36,3 g/l SAMENSTELLING overeenkomend met ; GLUCOSE 0-WATER 33 g/l ; NATRIUMCHLORIDE 3 g/l ; SAMENSTELLING overeenkomend met NATRIUM (NA+) 51 mmol/l
Oplossing voor infusie
WATER VOOR INJECTIE ; SAMENSTELLING overeenkomend met CHLORIDE (CL-),
Intraveneus gebruik
Electrolytes With Carbohydrates
Hulpstoffen: WATER VOOR INJECTIE; SAMENSTELLING overeenkomend met CHLORIDE (CL-);
1900-01-01
NACL 0,3 % + GLUCOSE 3,3 % _BAXTER B.V._ _ _ Bijsluiter 1/10 Version 8.0 (QRD 4.2) BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER NACL 0,3 % + GLUCOSE 3,3 %, OPLOSSING VOOR INFUSIE Natriumchloride en glucose LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT MEDICIJN TOEGEDIEND GAAT KRIJGEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. • Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. • Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. • Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. De naam van dit medicijn is ‘NaCl 0,3 % w/v + Glucose 3,3 % w/v Viaflo, oplossing voor infusie’, maar in deze bijsluiter wordt verder de aanduiding ‘NaCl 0,3 % + Glucose 3,3 %’ gebruikt. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER: 1. Wat is NaCl 0,3 % + Glucose 3,3 % en waarvoor wordt dit medicijn gebruikt? 2. Wanneer mag u dit medicijn niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn ? 3. Hoe krijgt u dit medicijn toegediend? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit medicijn? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS NACL 0,3% + GLUCOSE 3,3% EN WAARVOOR WORDT DIT MEDICIJN GEBRUIKT? Dit medicijn is een oplossing van glucose (suiker) en natriumchloride (zout) in water. Glucose is één van de energiebronnen van het lichaam. Deze oplossing voor infusie levert 132 kilocalorieën per liter. Natrium en chloride zijn chemische bestanddelen die zich in het bloed bevinden. Dit medicijn wordt gebruikt: • als een bron van koolhydraten (suiker). • voor de behandeling van dehydratie (waterverlies uit het lichaam) en een verlies van chemicaliën (bijvoorbeeld als gevolg van hevig zweten of nierfunctiestoornissen). • om u te behandelen als u een laag bloedvolume heeft in uw bloedvaten (hypovolemie). 2. WANNEER MAG U DIT MEDICIJN NIET TOEGEDIEND KRIJGEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? U MAG DIT MEDICIJN NIET TOEGEDIEND KRIJGEN ALS U LIJDT AA Lees het volledige document
NACL 0,3 % + GLUCOSE 3,3 %, OPLOSSING VOOR INFUSIE (VIAFLO) _BAXTER B.V._ _ _ Deel IB1 1/11 Version 6.0 (QRD 4.2) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NaCl 0,3% + Glucose 3,3%, oplossing voor infusie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Natriumchloride: 3,0 g/l (0,3% m/v) Glucose (als monohydraat): 33,0 g/l (3,3% m/v) Elke ml bevat 33 mg glucose (als monohydraat) en 3 mg natriumchloride. mmol/l: Na + : 51 Cl - : 51 mEq/l: Na + : 51 Cl - : 51 Voedingswaarde: ongeveer 544 kJ/l (of 132 kcal/l) Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie. Heldere oplossing, vrij van zichtbare deeltjes. Osmolariteit: 285 mosmol/l (bij benadering) pH: 3,5 – 6,5 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. THERAPEUTISCHE INDICATIES NaCl 0,3% + Glucose 3,3% is geïndiceerd bij de behandeling van dehydratie of hypovolemie wanneer er een toevoer van water, natriumchloride en koolhydraten vereist is, vanwege de beperkte inname van vloeistoffen en elektrolyten via normale weg. 4.2. DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING De keuze van de specifieke natriumchloride- en glucoseconcentraties, dosering, volume, toedieningssnelheid en duur van toediening is afhankelijk van de leeftijd, het gewicht, de klinische toestand van de patiënt en gelijktijdige behandelingen. Het moet worden bepaald door een arts. Raadpleeg voor patiënten met abnormale elektrolyten- en glucosewaarden en voor pediatrische patiënten een arts met ervaring in intraveneuze vloeistoftherapie. Vloeistofbalans, serumglucose, serumnatrium en andere elektrolyten moeten worden gecontroleerd voor en tijdens toediening, met name bij patiënten met een verhoogde niet-osmotische afgifte van vasopressine (antidiuretisch hormoon-secretiedeficiëntiesyndroom, SIADH) en bij patiënten die gelijktijdig worden behandeld met vasopressine-agonisten vanwege het risico op hyponatriëmie. Controle van serumnatrium is vooral belangrijk voor fysiologisch hypotone vloeistoffen. NaCl 0,3 % w/v + Glucose 3,3 % w/v kan uitermate hypotoon worden na toediening als Lees het volledige document