Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
PNEUMOKOKKEN, POLYSACHARIDE, GEZUIVERD, POLYVALENT 1,15 mg/ml
Merck Sharp & Dohme B.V. Waarderweg 39 2031 BN HAARLEM
J07AL01
PNEUMOKOKKEN, POLYSACHARIDE, GEZUIVERD, POLYVALENT 1,15 mg/ml
Oplossing voor injectie
FENOL ; NATRIUMCHLORIDE ; WATER VOOR INJECTIE,
Intramusculair gebruik, Subcutaan gebruik
Pneumococcus, Purified Polysaccharides Antigen
Hulpstoffen: FENOL; NATRIUMCHLORIDE; WATER VOOR INJECTIE;
1900-01-01
18 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER PNEUMOVAX 23, OPLOSSING VOOR INJECTIE IN EEN VOORGEVULDE SPUIT Pneumokokkenpolysacharidevaccin Voor volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar. LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U OF UW KIND WORDT GEVACCINEERD WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. • Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. • Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. • Geef dit vaccin niet door aan anderen, want het is alleen aan u of uw kind voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u of uw kind. • Krijgt u of uw kind last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u of uw kind een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER_ _ 1. Wat is Pneumovax 23 en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u of uw kind dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS PNEUMOVAX 23 EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Pneumovax 23 _ _ is een pneumokokkenvaccin. Vaccins worden gebruikt om u of uw kind te beschermen tegen infectieziektes. Uw arts heeft aanbevolen dat u of uw kind (minstens twee jaar oud) het vaccin _ _ nodig heeft om u te beschermen tegen ernstige infecties die door bacteriën worden veroorzaakt die pneumokokken worden genoemd. Pneumokokken kunnen infecties van de longen veroorzaken (vooral longontsteking), van de vliezen rond de hersenen en ruggengraat (meningitis) en in het bloed (bacteriëmie of septikemie). Het vaccin _ _ zal u of uw kind alleen kunnen beschermen tegen pneumokokkeninfecties die veroorzaakt worden door de bacterietypes die in het vaccin opgenomen zijn. Echter, de 23 pneumokokkentypes in het vaccin omvatten de types die verantwoordelijk zijn voor bijna alle (ongeveer negen op tien) infecties Lees het volledige document
3 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pneumovax 23, oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit Pneumokokken polysacharidevaccin 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis van 0,5 ml vaccin bevat 25 microgram van elk van de volgende 23 pneumokokkenpolysacharide-serotypes: 1, 2, 3, 4, 5, 6B, 7F, 8, 9N, 9V, 10A, 11A, 12F, 14, 15B, 17F, 18C, 19F, 19A, 20, 22F, 23F, 33F. Hulpstof(fen) met bekend effect: Elke dosis bevat minder dan 1 mmol (23 mg) natrium. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit. Het vaccin is een heldere, kleurloze oplossing. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Pneumovax 23 is geïndiceerd voor actieve immunisatie tegen ziekte veroorzaakt door pneumokokken bij kinderen vanaf 2 jaar, adolescenten en volwassenen. Zie rubriek 5.1 voor informatie over bescherming tegen specifieke pneumokokken-serotypes. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING Het immunisatieschema voor Pneumovax 23 moet worden gebaseerd op de officiële aanbevelingen. DOSERING Primaire vaccinatie Volwassenen en kinderen van minstens 2 jaar – één enkele dosis van 0,5 milliliter via intramusculaire of subcutane injectie. Pneumovax 23 is niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen die jonger zijn dan 2 jaar, omdat de veiligheid en werkzaamheid van het vaccin niet bewezen zijn en de respons van de antilichamen mogelijk niet voldoende is. Speciale dosering Het is aanbevolen om het pneumokokkenvaccin bij voorkeur toe te dienen uiterlijk twee weken vóór een electieve splenectomie of de start van chemotherapie of een andere immunosuppressieve behandeling. Vaccinatie tijdens chemo- of bestralingstherapie dient vermeden te worden . Na voltooiing van de chemotherapie en/of bestralingstherapie voor een neoplastische aandoening is het mogelijk dat de immunologische respons op het vaccin verminderd blijft. Het vaccin mag pas drie 4 maanden na de voltooiing van een dergelijke therapie worden toegediend. Een langere tussentijd kan aange Lees het volledige document