Land: België
Taal: Nederlands
Bron: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)
Lufenuron 40 mg
Elanco
QP53BC01
Lufenuron
100 mg/ml
Suspensie voor injectie
Lufenuron 100 mg/ml
Subcutaan gebruik
kat
Lufenuron
CTI-code: 196987-01 - De grootte van de verpakking: 10 x 0.4 ml - Commercialisering status: YES - Levering wijze: Medisch voorschrift
Gecommercialiseerd: Ja
1998-08-17
Bijsluiter – NL Versie PROGRAM 40 BIJSLUITER Program 40 mg suspensie voor injectie voor katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Elanco GmbH Heinz-Lohmann-Str. 4 27472 Cuxhaven Duitsland Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte: Elanco France S.A.S. 26 Rue de la Chapelle 68330 Huningue Frankrijk 2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL PROGRAM 40 mg suspensie voor injectie voor katten Lufenuron 3. GEHALTE AAN WERKZAAM EN OVERIGE BESTANDDEEL Per injectiespuit van 0,4 ml: WERKZAAM BESTANDDEEL: Lufenuron 40 mg HULPSTOF: Povidon Witte tot gele suspensie voor injectie in een voorgevulde injectiespuit voor éénmalige dosering. 4. INDICATIE(S) Het diergeneesmiddel is bedoeld ter voorkoming van de vlo-vermeerdering bij de kat doordat de ontwikkeling van vlo-eieren tot volwassen vlooien gedurende 6 maanden wordt voorkomen. Het diergeneesmiddel is werkzaam tegen de eieren en larvale stadia van de vlo. Werkzame bloedspiegels van lufenuron worden binnen 21 dagen bereikt. 5. CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij honden. De hulpstof Polyvinylpyrrolidon (Povidon) is een substantie die bij honden een krachtige vrijgave van histamine veroorzaakt. Hierdoor kan een ernstige reactie optreden bij honden, deze reactie wordt niet bij katten waargenomen. 6. BIJWERKINGEN Bijwerkingen worden zeer zelden gerapporteerd. In zeer zeldzame gevallen kan bij een injectie met het diergeneesmiddel op de injectieplaats pijn, oedeem of haaruitval optreden. In het bijzonder kan een kleine pijnloze zwelling verschijnen, deze verdwijnt meestal weer binnen 6 weken na toediening. In Bijsluiter – NL Versie PROGRAM 40 heel zeldzame gevallen is lethargie gerapporteerd gedurende een aantal uur na de injectie, dit verschijnsel verdwijnt echter snel. De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd: - Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en)) - Vaak Lees het volledige document
SKP – NL Versie PROGRAM 40 MG SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL PROGRAM 40 mg suspensie voor injectie voor katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per injectiespuit van 0,4 ml: WERKZAAM BESTANDDEEL: Lufenuron 40 mg HULPSTOF: Povidon Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Suspensie voor injectie. Witte tot gele suspensie voor injectie in een gebruiksklare injectiespuit voor éénmalige dosering. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORTEN Kat en gespeende kittens met een lichaamsgewicht tot 4 kg. 4.2 INDICATIE(S) VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORTEN Het diergeneesmiddel is bedoeld ter voorkoming van de vlo-vermeerdering bij de kat doordat de ontwikkeling van vlo-eieren gedurende 6 maanden wordt voorkomen. Het diergeneesmiddel is werkzaam tegen de eieren en larvale stadia van de vlo. Werkzame bloedspiegels van lufenuron worden binnen 21 dagen bereikt. 4.3 CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij honden. De hulpstof Polyvinylpyrrolidon (Povidon) is een substantie die bij honden een krachtige vrijgave van histamine veroorzaakt. Hierdoor kan een ernstige reactie optreden bij honden, deze reactie wordt niet bij katten waargenomen. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Wanneer de kat bij aanvang van de behandeling een vlooienbesmetting heeft wordt het gebruik van een vlo adulticide aanbevolen. Het is van essentieel belang dat alle katten (behalve niet gespeende kittens) die in het huis aanwezig zijn, behandeld worden met het diergeneesmiddel om de vlooienbesmetting te stoppen. Honden in hetzelfde huishouden dienen te worden behandeld zoals aanbevolen door de behandelende dierenarts. 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren Voer de injectie onder aseptische condities uit. SKP – NL Versie PROGRAM 40 MG Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient In geva Lees het volledige document