T 61 inj. opl. i.v./i.card. flac.

Land: België

Taal: Nederlands

Bron: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)

Koop het nu

Bijsluiter Bijsluiter (PIL)
01-07-2022
Productkenmerken Productkenmerken (SPC)
01-07-2022

Werkstoffen:

Mebezoniumjodide 50 mg; Tetracaïnehydrochloride 5 mg; Embutramide 200 mg

Beschikbaar vanaf:

Intervet International

ATC-code:

QN51AX50

INN (Algemene Internationale Benaming):

Embutramide; Mebezonium Iodide; Tetracaine Hydrochloride

farmaceutische vorm:

Oplossing voor injectie

Samenstelling:

Embutramide 200 mg/ml; Mebezoniumjodide 50 mg/ml; Tetracaïnehydrochloride 5 mg/ml

Toedieningsweg:

Intracardiaal gebruik; Intraveneus gebruik; Intrapulmonair gebruik

Therapeutische categorie:

rund; hond; duif; paard; kat; siervogel; andere of onbekend

Therapeutisch gebied:

Combinations

Product samenvatting:

CTI-code: 179304-01 - De grootte van de verpakking: 50 ml - Commercialisering status: YES - CNK-code: 0085456 - Levering wijze: Medisch voorschrift

Autorisatie-status:

Gecommercialiseerd: Ja

Autorisatie datum:

1996-11-05

Bijsluiter

                                Bijsluiter – NL versie
T 61
BIJSLUITER
T 61, OPLOSSING VOOR INJECTIE
1.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR
VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen:
Intervet International B.V. – Boxmeer – Nederland vertegenwoordigd
door
MSD Animal Health – Lynx Binnenhof 5 – BE- 1200 Brussel
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:
Intervet International GmbH, Feldstraße 1A, 85716 Unterschleißheim,
Duitsland
2.
BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL
T 61, oplossing voor injectie
Embutramide - Mebenzoniumiodide - Tetracaïne hydrochloride
3.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN)
Per ml:
WERKZAME BESTANDDELEN:
Embutramide
200 mg
Mebenzoniumiodide
50 mg
Tetracaïne hydrochloride
5 mg
4.
INDICATIE(S)
Euthanasie.
5.
CONTRA-INDICATIES
Niet toedienen aan dieren die bij bewustzijn zijn.
Niet toedienen aan drachtige dieren.
6.
BIJWERKINGEN
-
In zeldzame gevallen kunnen convulsies en excitatie optreden.
- De hartstilstand kan uitgesteld worden.
-
Het gebruik van dit diergeneesmiddel resulteert in histopathologische
afwijkingen zoals:
endotheelschade, stuwing in de longen, longoedeem en hemolyse.
De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:
- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen
bijwerking(en))
- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)
- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)
- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde
dieren)
- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief
geïsoleerde rapporten).
Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze
bijsluiter worden vermeld, of u
vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht
uw dierenarts hiervan in kennis
te stellen.
7.
DOELDIERSOORT(EN)
Hond, kat, nerts, paard, rund, duif, siervogels, kleine
laboratoriumdieren.
1
Bijsluiter – NL versie
T 61
8.
DOSERING VOOR ELKE DOELDIE
                                
                                Lees het volledige document
                                
                            

Productkenmerken

                                SKP – NL versie
T 61
SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
T 61, oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per ml:
WERKZAME BESTANDDELEN
Embutramide
200 mg
Mebenzoniumiodide
50 mg
Tetracaïne hydrochloride
5 mg
HULPSTOFFEN:
zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van de hulpstoffen.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
DOELDIERSOORT(EN)
Hond, kat, nerts, paard, rund, duif, siervogels, kleine
laboratoriumdieren.
4.2
INDICATIE(S) VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT(EN)
Euthanasie.
4.3
CONTRA-INDICATIES
Niet toedienen aan dieren die bij bewustzijn zijn.
Niet toedienen aan drachtige dieren.
4.4
SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET
DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS
Geen.
4.5
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
-
Uitsluitend door de dierenarts toe te dienen.
-
Dit diergeneesmiddel mag uitsluitend toegediend worden aan dieren
buiten bewustzijn (onder
narcotica), teneinde verstikking van het dier bij bewustzijn te
vermijden onder ongunstige
omstandigheden of bij slechte resorptie van het diergeneesmiddel.
-
In dieren met hartfalen of problemen met de circulatie kan het effect
van het diergeneesmiddel
vertraagd zijn en minder dan verwacht door een langzamer transport van
het diergeneesmiddel naar
de weefsels.
-
Bovendien bestaat er een risico op mislukte injecties en
autoinjecties, doordat het dier zich
verweert.
-
Het gebruik van dit diergeneesmiddel dient met de grootste
zorgvuldigheid te worden opgevolgd.
1
SKP – NL versie
T 61
-
Bij intraveneuze injectie dient een correcte intravasculaire injectie
van de volledige dosis verzekerd
te zijn. Gebruik van een veneuze katheter kan hiertoe bijdragen.
-
Inname van geëuthanaseerde dieren door andere dieren kan leiden tot
secundaire vergiftiging,
waaronder de dood. Dieren geëuthanaseerd met dit diergeneesmiddel
dienen verwijderd te worden
in overeenstemming met de nationale wetge
                                
                                Lees het volledige document
                                
                            

Documenten in andere talen

Bijsluiter Bijsluiter Duits 01-07-2022
Bijsluiter Bijsluiter Frans 01-07-2022
Productkenmerken Productkenmerken Frans 01-07-2022