Land: België
Taal: Nederlands
Bron: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)
Mebezoniumjodide 50 mg; Tetracaïnehydrochloride 5 mg; Embutramide 200 mg
Intervet International
QN51AX50
Embutramide; Mebezonium Iodide; Tetracaine Hydrochloride
Oplossing voor injectie
Embutramide 200 mg/ml; Mebezoniumjodide 50 mg/ml; Tetracaïnehydrochloride 5 mg/ml
Intracardiaal gebruik; Intraveneus gebruik; Intrapulmonair gebruik
rund; hond; duif; paard; kat; siervogel; andere of onbekend
Combinations
CTI-code: 179304-01 - De grootte van de verpakking: 50 ml - Commercialisering status: YES - CNK-code: 0085456 - Levering wijze: Medisch voorschrift
Gecommercialiseerd: Ja
1996-11-05
Bijsluiter – NL versie T 61 BIJSLUITER T 61, OPLOSSING VOOR INJECTIE 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Intervet International B.V. – Boxmeer – Nederland vertegenwoordigd door MSD Animal Health – Lynx Binnenhof 5 – BE- 1200 Brussel Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte: Intervet International GmbH, Feldstraße 1A, 85716 Unterschleißheim, Duitsland 2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL T 61, oplossing voor injectie Embutramide - Mebenzoniumiodide - Tetracaïne hydrochloride 3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDE(E)L(EN) Per ml: WERKZAME BESTANDDELEN: Embutramide 200 mg Mebenzoniumiodide 50 mg Tetracaïne hydrochloride 5 mg 4. INDICATIE(S) Euthanasie. 5. CONTRA-INDICATIES Niet toedienen aan dieren die bij bewustzijn zijn. Niet toedienen aan drachtige dieren. 6. BIJWERKINGEN - In zeldzame gevallen kunnen convulsies en excitatie optreden. - De hartstilstand kan uitgesteld worden. - Het gebruik van dit diergeneesmiddel resulteert in histopathologische afwijkingen zoals: endotheelschade, stuwing in de longen, longoedeem en hemolyse. De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd: - Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en)) - Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren) - Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren) - Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren) - Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten). Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen. 7. DOELDIERSOORT(EN) Hond, kat, nerts, paard, rund, duif, siervogels, kleine laboratoriumdieren. 1 Bijsluiter – NL versie T 61 8. DOSERING VOOR ELKE DOELDIE Lees het volledige document
SKP – NL versie T 61 SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL T 61, oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: WERKZAME BESTANDDELEN Embutramide 200 mg Mebenzoniumiodide 50 mg Tetracaïne hydrochloride 5 mg HULPSTOFFEN: zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van de hulpstoffen. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORT(EN) Hond, kat, nerts, paard, rund, duif, siervogels, kleine laboratoriumdieren. 4.2 INDICATIE(S) VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT(EN) Euthanasie. 4.3 CONTRA-INDICATIES Niet toedienen aan dieren die bij bewustzijn zijn. Niet toedienen aan drachtige dieren. 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Geen. 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren - Uitsluitend door de dierenarts toe te dienen. - Dit diergeneesmiddel mag uitsluitend toegediend worden aan dieren buiten bewustzijn (onder narcotica), teneinde verstikking van het dier bij bewustzijn te vermijden onder ongunstige omstandigheden of bij slechte resorptie van het diergeneesmiddel. - In dieren met hartfalen of problemen met de circulatie kan het effect van het diergeneesmiddel vertraagd zijn en minder dan verwacht door een langzamer transport van het diergeneesmiddel naar de weefsels. - Bovendien bestaat er een risico op mislukte injecties en autoinjecties, doordat het dier zich verweert. - Het gebruik van dit diergeneesmiddel dient met de grootste zorgvuldigheid te worden opgevolgd. 1 SKP – NL versie T 61 - Bij intraveneuze injectie dient een correcte intravasculaire injectie van de volledige dosis verzekerd te zijn. Gebruik van een veneuze katheter kan hiertoe bijdragen. - Inname van geëuthanaseerde dieren door andere dieren kan leiden tot secundaire vergiftiging, waaronder de dood. Dieren geëuthanaseerd met dit diergeneesmiddel dienen verwijderd te worden in overeenstemming met de nationale wetge Lees het volledige document