Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
MEGLUMINEAMIDOTRIZOAAT 260 mg/ml ; NATRIUMAMIDOTRIZOAAT 0-WATER 40 mg/ml ; SAMENSTELLING overeenkomend met JODIUM (MOLECULAIR) 146 mg/ml
Bayer B.V. Energieweg 1 3641 RT MIJDRECHT
V08AA01
MEGLUMINEAMIDOTRIZOAAT 260 mg/ml ; NATRIUMAMIDOTRIZOAAT 0-WATER 40 mg/ml ; SAMENSTELLING overeenkomend met JODIUM (MOLECULAIR) 146 mg/ml
Oplossing voor infusie
DINATRIUMCALCIUMEDETAAT, GEHYDRATEERD (E 385) ; WATER, GEZUIVERD,
Intraveneus gebruik
Diatrizoic Acid
Hulpstoffen: DINATRIUMCALCIUMEDETAAT, GEHYDRATEERD (E 385); WATER, GEZUIVERD;
1990-05-20
_Bijsluiter Urografin 30% _ _ _ _Urografin 30% PIL – 02-2023 _ _ _ _Versie var. #17649 _ _Pagina 1 van 8 _ BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT UROGRAFIN 30%, OPLOSSING VOOR INJECTIE natriumamidotrizoaat en meglumineamidotrizoaat LEES GOED DE HELE BIJSLUITER VOORDAT U DIT GENEESMIDDEL GAAT GEBRUIKEN WANT ER STAAT BELANGRIJKE INFORMATIE IN VOOR U. − Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. − Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of de persoon die u dit middel heeft gegeven (de radioloog). − Krijgt u last van één van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of radioloog. INHOUD VAN DEZE BIJSLUITER 1. Wat is Urografin 30 % en waarvoor wordt dit middel gebruikt ? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe wordt dit middel gegeven ? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe wordt dit middel bewaard ? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS UROGRAFIN 30 % EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT ? • Urografin is een zogenaamde oplossing voor infusie. Het is een contrastmiddel dat vóór een röntgenonderzoek langzaam, door middel van een infuus (via de bloedvaten) of via de plasbuis aan u wordt toegediend. Het wordt gebruikt om bepaalde delen van het lichaam beter zichtbaar te maken. Door de werkzame bestanddelen, natriumamidotrizoaat en meglumineamidotrizoaat, kan een groter contrast worden verkregen, waardoor de röntgenfoto’s scherper worden. • Urografin wordt gebruikt voor de volgende röntgenonderzoeken: • intraveneuze pyelografie: het zichtbaar maken van het nierbekken (verzamelplaats van urine in de nieren, voordat die naar de blaas gaat) • retrograde urografie: het zichtbaar maken van de urinewegen door via de plasbuis het contrastmiddel in te spuiten. Hierdoor worden de urinebuis, de blaas, de urineleider en het nierbekken zichtbaar. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTI Lees het volledige document
_SmPC Urografin® 30% _ _ _ _Pagina 1 van 7 _ _ _ _ _ _Urografin 30% SmPC – 02-2023 _ _ _ _Versie var. #17649_ SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Urografin 30 %, oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Urografin 30 % bevat per ml: 40 mg natriumamidotrizoaat en 260 mg meglumineamidotrizoaat, overeenkomend met 146 mg I Hulpstof met bekend effect: iedere ml bevat 1,45 mg natrium, zie rubriek 4.4. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor infusie 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Intraveneuze pyelografie en retrograde urografie. 4.2 DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING • ALGEMEEN De patiënt dient nuchter en voldoende gehydreerd voor het onderzoek te komen. Storingen van de water- en electrolytenhuishouding moeten zoveel mogelijk worden gecorrigeerd. Dit geldt in het bijzonder voor risico-patiënten. Het diagnostische resultaat is het beste als de darm zo min mogelijk resten en gassen bevat. Daarom dient op de beide dagen vóór het onderzoek slakkenrijk voedsel en voedsel dat aanleiding geeft tot vorming van darmgassen te worden vermeden. Op de dag vóór het onderzoek dient na 18.00 uur niet meer te worden gegeten en bovendien kan het zinvol zijn 's avonds een laxeermiddel te geven. Het advies ten aanzien van vasten en laxeren geldt niet voor zuigelingen en kleine kinderen. Het is bekend dat ionische röntgencontrastmiddelen in vitro de bloedstollingsprocessen sterker remmen dan niet-ionische röntgencontrastmiddelen. Echter, om de met de techniek van het angiografisch onderzoek verbonden risico op trombo-embolie te beperken, is het noodzakelijk dat de in gebruik zijnde catheter frequent met een fysiologische zoutoplossing wordt doorgespoeld en is het vanzelfsprekend dat de, tijdens het onderzoek toegepaste, techniek zeer zorgvuldig moet worden uitgevoerd. Gespannenheid, angst of pijn, kunnen de oorzaak zijn van het optreden van bijverschijnselen of kunnen door het contrastmiddel vero Lees het volledige document