Land: Belgia
Språk: nederlandsk
Kilde: AFMPS (Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé)
Geïnactiveerd Bordetella Bronchiseptica min. 10EXP9/ml bacteriële lichamen; Geïnactiveerd, Hondenpara-influenzavirus min. 32 HAE/ml
Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium
QI07AF01
Canine Parainfluenza Virus; Bordetella Bronchiseptica
Suspensie voor injectie
Hondenpara-influenzavirus; Bordetella Bronchiseptica
Subcutaan gebruik
hond
Bordetella + Canine Parainfluenza Virus
CTI-code: 135247-01 - De grootte van de verpakking: 1 dose (1 (1) - Commercialisering status: YES - CNK-code: 3597309 - Levering wijze: Medisch voorschrift
Gecommercialiseerd: Ja
1986-09-03
Bijsluiter – NL versie EURICAN PNEUMO BIJSLUITER EURICAN PNEUMO SUSPENSIE VOOR INJECTIE VOOR HONDEN 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA., Arnaud Fraiteurlaan 15-23 1050 Brussel België Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte: Boehringer Ingelheim Animal Health France SCS, Laboratoire Porte des Alpes, 99, rue de l’Aviation, 69800 Saint-Priest, Frankrijk 2. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL EURICAN Pneumo suspensie voor injectie voor honden 3. GEHALTE AAN WERKZAAME EN OVERIGE BESTANDDELEN Elke dosis van 1 ml vaccin bevat: Bordetella brochiseptica, geïnactiveerd ≥ 1,6 log 10 * Parainfluenza type 2 virus, geïnactiveerd ≥ 1,6 log 10 * Aluminiumhydroxide (Al +++ ) max 0,6 mg *antistoftiter in gevaccineerde honden 4. INDICATIES Bij de hond: Actieve immunisatie ter vermindering van klinische symptomen veroorzaakt door _Bordetella_ _bronchiseptica_ en het parainfluenzavirus type 2 (kennelhoest). Aanvang van de immuniteit : 2 weken na de basisvaccinatie Duur van de immuniteit: 1 jaar 5. CONTRA-INDICATIES Geen. Bijsluiter – NL versie EURICAN PNEUMO 6. BIJWERKINGEN Uitzonderlijk kan de vaccinatie een overgevoeligheidsreactie uitlokken. Een symptomatische behandeling moet dan worden verstrekt. De aanwezigheid van aluminiumhydroxide kan soms aanleiding geven tot vorming van een voorbijgaande nodule (tot 3 cm en tot 14 dagen) op de plaats van injectie. In zeldzame gevallen kunnen hyperthermie, lokale reacties tot 10 cm en pijn op de plaats van injectie worden opgemerkt. De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd: - Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en)) - Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren) - Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren) - Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde Les hele dokumentet
SKP – NL versie EURICAN PNEUMO SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL EURICAN Pneumo suspensie voor injectie voor honden 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een dosis (1 ml) bevat: WERKZAME BESTANDDELEN: _Bordetella brochiseptica_, geïnactiveerd ≥ 1,6 log 10 * Parainfluenza type 2 virus, geïinactiveerd ≥ 1,6 log 10 * ADJUVANS: Aluminiumhydroxide (Al +++ ) max 0,6 mg *antistoftiter in gevaccineerde honden HULPSTOFFEN: Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen 3. FARMACEUTISCHE VORM Suspensie voor injectie. Het uiterlijk van het product is het volgende : Opalescente en homogene suspensie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 DOELDIERSOORT Hond. 4.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORT Bij de hond: Actieve immunisatie ter vermindering van klinische symptomen veroorzaakt door _Bordetella_ _bronchiseptica_ en het parainfluenzavirus type 2 (kennelhoest). Aanvang van de immuniteit : 2 weken na de basisvaccinatie Duur van de immuniteit: 1 jaar. 4.3 CONTRA-INDICATIES Geen. SKP – NL versie EURICAN PNEUMO 4.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN VOOR ELKE DIERSOORT WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Vaccineer alleen gezonde dieren. Bij jonge puppies kan de aanwezigheid van maternale antistoffen interfereren met de ontwikkeling van de post-vaccinale immuunrespons. 4.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren De gebruikelijke regels van asepsis toepassen. Het wordt aanbevolen om ten minste 10 dagen vóór de injectie te ontwormen. Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient In geval van accidentele zelfinjectie, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond. 4.6 BIJWERKINGEN (FREQUENTIE EN ERNST) Uitzonderlijk kan de vaccinatie een overgevoelheidsreactie uitlokken. Een symptomatische behandeling moet dan worden verstrekt De aanwezigheid van aluminiumhydroxide kan soms aanleiding geven tot Les hele dokumentet