Ubroseal blue dry Cow 2,6 g intramammaire suspensie voor runderen

Land: Nederland

Taal: Nederlands

Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)

Koop het nu

Productkenmerken Productkenmerken (SPC)
27-12-2023
Productinformatie Productinformatie (INF)
27-12-2023

Werkstoffen:

BISMUTH SUBNITRATE (IN)

Beschikbaar vanaf:

Univet Ltd.

ATC-code:

QG52X

INN (Algemene Internationale Benaming):

BISMUTH SUBNITRATE (IN)

farmaceutische vorm:

Suspensie voor intramammair gebruik

Samenstelling:

BISMUTH SUBNITRATE (IN) 2,6 g/dosis,

Toedieningsweg:

Intramammair gebruik

Prescription-type:

Uitsluitend verkrijgbaar bij een dierenarts of op recept van een dierenarts bij een apotheek

Therapeutische categorie:

Melkkoeien

Therapeutisch gebied:

Various products for the care of teats and udder

Product samenvatting:

Wachttermijn: Melkkoeien Melk 0 dagen; Melkkoeien Vlees 0 dagen

Autorisatie-status:

IE/V/0437/001

Autorisatie datum:

2018-01-11

Productkenmerken

                                BD/2023/REG NL 120581/zaak 1005813
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
_ _
BIJLAGE I_ _
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BD/2023/REG NL 120581/zaak 1005813
1.
NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
Ubroseal blue dry cow 2,6 g intramammaire suspensie voor runderen
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Per intramammaire injector (4 g):
WERKZAAM BESTANDDEEL:
Bismutsubnitraat, zwaar
2,6 g
HULPSTOFFEN:
KWALITATIEVE SAMENSTELLING VAN HULPSTOFFEN
EN ANDERE BESTANDDELEN
KWANTITATIEVE SAMENSTELLING ALS DIE
INFORMATIE ONMISBAAR IS VOOR EEN JUISTE
TOEDIENING VAN HET DIERGENEESMIDDEL_ _
Paraffine, vloeibaar
Aluminium di-tri-stearaat
Colloïdaal siliciumdioxide anhydraat
Indigokarmijn aluminiumlak (E 132)
0,02 g
Blauwe, intramammaire suspensie
3.
KLINISCHE GEGEVENS
3.1
DOELDIERSOORT
Rund (melkkoeien tijdens het droogzetten).
3.2
INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORTEN
Preventie van nieuwe intramammaire infecties tijdens de droogstand.
Bij koeien die beschouwd worden als zijnde vrij van subklinische
mastitis, kan het
diergeneesmiddel op zichzelf worden gebruikt voor
droogstandsmanagement en controle van
mastitis.
De selectie van koeien voor behandeling met het diergeneesmiddel dient
te worden gebaseerd op
diergeneeskundige klinische beoordeling. Selectiecriteria kunnen
worden gebaseerd op het
mastitis- en celgetal verleden van individuele koeien of op erkende
testen voor de detectie van
subklinische mastitis of op bacteriologisch onderzoek.
3.3
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken bij lacterende koeien. Zie rubriek 3.7. Gebruik het
diergeneesmiddel niet als
monotherapie bij koeien met subklinische mastitis op het moment van
droogzetten. Niet
gebruiken bij koeien met klinische mastitis op het moment van
droogzetten.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of
(één van) de hulpstoffen.
BD/2023/REG NL 120581/zaak 1005813
3.4
SPECIALE WAARSCHUWINGEN
Geen.
3.5
SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
Speciale voorzorgsmaatregelen
                                
                                Lees het volledige document
                                
                            

Zoekwaarschuwingen met betrekking tot dit product