Land: Nederland
Taal: Nederlands
Bron: CBG-MEB (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
BISMUTH SUBNITRATE (IN)
Univet Ltd.
QG52X
BISMUTH SUBNITRATE (IN)
Suspensie voor intramammair gebruik
BISMUTH SUBNITRATE (IN) 2,6 g/dosis,
Intramammair gebruik
Uitsluitend verkrijgbaar bij een dierenarts of op recept van een dierenarts bij een apotheek
Melkkoeien
Various products for the care of teats and udder
Wachttermijn: Melkkoeien Melk 0 dagen; Melkkoeien Vlees 0 dagen
IE/V/0437/001
2018-01-11
BD/2023/REG NL 120581/zaak 1005813 _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ BIJLAGE I_ _ SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2023/REG NL 120581/zaak 1005813 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Ubroseal blue dry cow 2,6 g intramammaire suspensie voor runderen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per intramammaire injector (4 g): WERKZAAM BESTANDDEEL: Bismutsubnitraat, zwaar 2,6 g HULPSTOFFEN: KWALITATIEVE SAMENSTELLING VAN HULPSTOFFEN EN ANDERE BESTANDDELEN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING ALS DIE INFORMATIE ONMISBAAR IS VOOR EEN JUISTE TOEDIENING VAN HET DIERGENEESMIDDEL_ _ Paraffine, vloeibaar Aluminium di-tri-stearaat Colloïdaal siliciumdioxide anhydraat Indigokarmijn aluminiumlak (E 132) 0,02 g Blauwe, intramammaire suspensie 3. KLINISCHE GEGEVENS 3.1 DOELDIERSOORT Rund (melkkoeien tijdens het droogzetten). 3.2 INDICATIES VOOR GEBRUIK MET SPECIFICATIE VAN DE DOELDIERSOORTEN Preventie van nieuwe intramammaire infecties tijdens de droogstand. Bij koeien die beschouwd worden als zijnde vrij van subklinische mastitis, kan het diergeneesmiddel op zichzelf worden gebruikt voor droogstandsmanagement en controle van mastitis. De selectie van koeien voor behandeling met het diergeneesmiddel dient te worden gebaseerd op diergeneeskundige klinische beoordeling. Selectiecriteria kunnen worden gebaseerd op het mastitis- en celgetal verleden van individuele koeien of op erkende testen voor de detectie van subklinische mastitis of op bacteriologisch onderzoek. 3.3 CONTRA-INDICATIES Niet gebruiken bij lacterende koeien. Zie rubriek 3.7. Gebruik het diergeneesmiddel niet als monotherapie bij koeien met subklinische mastitis op het moment van droogzetten. Niet gebruiken bij koeien met klinische mastitis op het moment van droogzetten. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of (één van) de hulpstoffen. BD/2023/REG NL 120581/zaak 1005813 3.4 SPECIALE WAARSCHUWINGEN Geen. 3.5 SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK Speciale voorzorgsmaatregelen Lees het volledige document